Ik zit op mijn bed in de kamer van het Ciak hostel in Rome. Het is eind van de middag en iedereen komt of binnen, of is onderweg naar buiten voor een avond in de Romeinse zon. Ik klets ondertussen wat met Erin, uit de V.S., die net als ik alleen aan het reizen is. Met als grote verschil dat ik me op mijn eigen continent bevind, en zij daarvoor een oceaan moest over vliegen.
In de kamer staan zes bedden. We hebben een badkamer. En een airco. Plotseling gaat de deur open en komt er een energieke Aziatische jongen binnen wandelen. Hij kiest het bed naast dat van mij. Legt zijn rugzak neer. Pakt wat boekjes. Zoekt de badkamer en kijkt dan naar ons. Wij kijken terug.
‘Hi’, zegt hij. ‘Hi’ zeggen wij. En het gesprek, zoals vreemde reizigers dat voeren, begint. We vertellen waar we vandaan komen, en waar we naar toe gaan. We vertellen ons meest memorabele moment en de gedachten die we die dag nergens anders konden ventileren. Het is een geanimeerd gesprek waarin ieder ruimte krijgt terwijl de anderen de nieuwe informatie absorberen en geduldig luisteren.
Als de Aziatische jongen, die uit Thailand komt maar wiens naam ik vergeten ben, ontdekt dat ik Europees ben, gaan zijn ogen twinkelen. ‘I like your euro’ zegt hij opeens. ‘The euro…?’ vraagt Erin. ‘Yes,’ zegt de jongen. ‘I like all the pictures on it. I’ve seen that they are different in each country. But i don’t understand everything. How does it work?’.
Nu springt ook Erin op.‘What. Are they different? I haven’t notice anything!‘ Nog geen minuut later hebben we al ons kleingeld verzameld en bekijken nauwkeurig de plaatjes op de munt. Zo nu en dan hoor je iemand de naam van een land roepen, maar verder is het stil. Ik vertel wat ik weet. Dat er één kant in alle landen hetzelfde is, en de andere kant door het land zelf bepaald word. En dat alle muntjes als vanzelfsprekend de grens over reizen. Mooi, vinden zij. In mijn boekje over Italië is een hoofdstukje gewijd aan de Italiaanse euro. Alle gekozen beeltenissen staan er in beschreven. Braaf lees ik voor terwijl Erin en de jongen luisteren. Het is een amusant tafereel.
Een paar weken later ben ik weer thuis. In Amsterdam. Het euro-verhaal heeft ergens een plekje in mijn systeem gekregen. Zo nu en dan popt het op als mijn oog op een muntje valt, maar de rest van de tijd ligt het als gegeven in mijn herinnering.
Dan sta ik op een woensdagmorgen aan de balie van Boekhandel Athenaeum op het Spui. Op de desk staat een bakje met kaartjes. ‘Voorspelbare munten?’ staat er op. Ik moet aan het verhaal van de muntjes in het hostel denken. Als ik een kaartje pak vraagt de meneer achter de balie of ik mee wil doen. Meedoen? Ja. Meedoen. Hij laat me de bestickerde euro munten zien. Er staat een code op. Die code kun je registreren op een website, en op die manier kun je zien hoe het muntje reist. Mits het opnieuw geregistreerd wordt uiteraard. Ik zoek geld in mijn portemonnee dat ik kan ruilen tegen demunten-met-de-sticker, en wandel met twee bestickerde munten weer naar buiten.
Thuis ga ik naar de website die er bij hoort. Het experiment heeft niets te maken met de plaatjes op de muntjes. Maar dit experiment is mínstens zo leuk! Een Hongaarse professor, Albert Laszo Barabasi , die zich al tientallen jaren bezig houdt met de manier waarop de meest complexe netwerken functioneren was de aanleiding. Hij is –aan zijn publicatielijst te zien– gefascineerd door de manier waarop processen en verbindingen zich ontwikkelen.
In 2008 ontving Barabasi de lokatiegegevens van 100.000 anonieme mobielgebruikers, en ontdekte daarbinnen relaties met het wiskundige Levy- patroon. Hier schreef hij een boek over (origineel: ‘Bursts: The Hidden Patterns Behind Everything We Do‘). Naar aanleiding van datzelfde boek, is dit experiment in samenwerking met Athenaeum op gezet. Duizend twee-euromunten worden bestickerd uitgegeven, en kunnen (wederom: míts ze geregistreerd worden) gevolgd worden. Barabasi en zijn team zullen de resultaten meenemen in onderzoek.
En nu liggen er twee van die twee-euromunten voor me. Op www.voorspelbaar.com heb ik ze net geregistreerd. En daar ging het mis. Want de site wilde dat ik ze een naam zou geven. Een naam! Nu ben ik onlosmakelijk gehecht aan ze. De ene munt heet Max. De andere Mari. Vandaag of morgen zal ik afscheid van ze moeten nemen. Dan zal ik ze los moeten laten en vertrouwen op het lot dat hun te wachten staat. Ik zal wekelijks kijken op de website. Mijn mailbox nauwlettend in de gaten houden. Zal bidden. En hopen. Vertrouwen. Dat ze in goede handen vallen. Dat er hun een prachtige reis te wachten staat. En wellicht… Wellicht dat ik ze dan op een dag terug zie. En ze weer veilig in mijn armen kan sluiten.
Maar graag. Heel graag had ik nu even in dat hostel in Rome gezeten. Met Max en Mari. Dan had ik Erin en de Aziatische jongen kunnen vertellen over het experiment. Ik weet zeker dat ze het mooi gevonden zouden hebben. Dat Azië en de V.S. bewonderend met hun hoofd geknikt hadden. En dat hun ogen zouden stralen. En ik zou dan, in alle rust en ruimte, Max en Mari kunnen meegeven met de wereldreizigers. Ze zouden meegaan in de rugzak. Over bergen en rivieren. Ze zouden heel Europa zien, en genieten van de reis. Het zou fantastisch zijn. En ik zou daarmee bewijzen dat zodra je je bewust bent van patronen, je ermee kunt spelen. Je ze kunt veranderen. En er geen wetmatigheden meer zijn. Omdat de spelers in het veld weten wat ze doen, boven de theorie staan, en daarmee onvoorspelbaar worden voor de wetenschapper. Ze kiezen zelf en worden de uitzondering op de regel binnen het spel. Weg voorspelbaarheid. Weg experiment.
Maar ja. Zo is het niet gegaan. Dus zal ik vandaag of morgen afscheid moeten nemen van Max & Mari. En wat zou het fijn zijn. Wat zou het fijn zijn als de nieuwe eigenaar van Max. En de nieuwe eigenaar van Mari. Ze zouden willen registeren op www.voorspelbaar.com Namens mij, Max & Mari heel vriendelijk bedankt.