Ex Gedetineerd & Licht Verstandelijk Beperkt. III

Februari 2008

Ik blijf me erover verbazen. Al meer dan een jaar. En toch weet ik feilloos dat het werkt.

Al sturen we ze vrij bruut de deur uit, met de boodschap dat ze het de volgende dag gerust opnieuw mogen komen proberen, maar dat ze nu door hun gedrag echt niet meer welkom zijn – Ze komen terug de volgende dag!  Ze bellen keurig aan, zeggen zelfs ‘Goedemorgen‘, kijken schichtig, uitdagend of met een neergeslagen blik, en wachten de reactie van de tegenstander af. Als wij dan opgeruimd ‘Goedemorgen’ terug zeggen, en binnen een seconde inschatten of we wel of niet terugkomen op het voorval van de vorige dag, is de kwestie vaak binnen een paar minuten opgelost, afgesloten, klaar, onbestaanbaar, en volgt er vaak nog een zalige dag ook.

Ter info langs de zijlijn: Dit zijn jongens met een delict verleden. Ze hebben een IQ tussen de 65-85 en gerelateerde gedragsstoornissen. De reïntegratie programma’s van de reclassering zijn (vaak) te complex, snel of oppervlakkig voor deze doelgroep, en daarom komen ze bij ons. Ze volgens training, althans zo noemen we het.  We kennen geen vast programma, geen vast rooster, geen vast schema. Niets van dat alles. Het enige dat vast staat is onze benaderingswijze. Die staat zo vast als een huis. Daarin ligt de veiligheid en de structuur. Op momenten dat er dus consequent grensoverschrijdend gedrag plaats vindt, en wij het zat zijn en niet tot herstel komen in het moment, sturen we een jongen naar huis. Niet als straf, maar gewoon. Omdat het rust geeft. De volgende dag zijn ze (meestal) zonder consequenties weer welkom. En dat doen ze dus. Ze komen terug.

En wij weten, zonder het exact te kunnen verklaren, wat er gebeurt. Wij weten waarom het werkt, waarom ze terugkomen.

In gesprekken met buitenstaanders verzand ik vaak in discussie’s die ik vervolgens weer probeer stil te leggen. Discussie’s met buitenstaanders over dit fenomeen hebben vaak geen enkele zin. Ze verrijken niet en voegen weinig toe. Zowel mij, als voor de ander niet. De buitenstaander is er, na het horen van mijn beroep, vaak onbedoeld op uit om zijn eigen frustraties over de doelgroep te uiten, om zijn ongenoegen, of fascinatie en vervolgens zijn eigen oplossing voor de gehele (opeens landelijk getrokken) problematiek te ventileren. Ik, en mijn eenvoudige verhaaltje over mijn dagelijks bestaan staan ineens weer symbool voor de landelijke problematiek. Voor de rellen op het NOSjournaal, voor de tafelgesprekken bij P&W, voor de uitgezette strategie van het ministerie, voor dat alles en meer. Ik luister braaf, en laveer handig naar een ander onderwerp als het gesprek me te ‘landelijk’ wordt.

Er is namelijk geen verhaal gelijk. Er is geen jongen die onze drempel oversteekt hetzelfde.

En wij weten, zonder het exact te kunnen verklaren, wat er gebeurt. Wij weten dat het werkt. We hebben jongens die wat langer bij ons waren, en bijna doorstroomden naar een baan of opleiding wel eens gevraagd wat maakte dat ze bleven komen. Twee keer heb ik iemand horen antwoorden ‘Het is als thuis, toch’. Wij zijn als thuis. Wat thuis inhoudt is vervolgens slechts een gevoel. Een gevoel dat we allemaal kennen, maar dat bijna niet onder woorden of methodisch vast te leggen is. Je kunt een ‘Thuisgevoel’ niet plannen of in een behandelplan inbouwen. Thuis hangt samen met cultuur, en cultuur is een onderlaag. Is het ijs onder water. Onzichtbaar, niet te vangen, maar altijd aanwezig.

Wij weten, zonder het exact te kunnen verklaren, wat er gebeurt. Maar we rekenen er nooit op. En misschien is het dat laatste wel. Misschien is het dat wat dat maakt dat ze terugkomen, en netjes de volgende ochtend, zelfs op tijd, aanbellen.  Misschien is dat als thuiskomen.

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 Annette Dölle . Theme by Viva Themes.

Ontdek meer van Annette Dölle

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder