‘Wat doe jij?’
‘Ik verkoop leuk gedrag.’
Het was er uit voor ik er erg in had. Nog enigszins verrast door mijn eigen vindingrijkheid, keek ik de man tevreden aan.
‘Maar wat doe je dan?’
‘Ik leer mensen hoe ze het leuk kunnen hebben’.
Het was nog waar ook. Als ik welgeteld alle activiteiten van een maand samen zou pakken, dan komt 80% daarvan uit op het maximaliseren van levensgeluk. Voornamelijk van groepen mensen. Dus dat voegde ik er aan toe.
‘En dat doe ik meestal met groepen mensen.’
De man zweeg. Hij zat achter een computer en keek even naar het scherm. We stonden in een co-werkplek en hadden elkaar nog nooit ontmoet. Hij was klaarblijkelijk niet het type mens dat dingen graag overzichtelijk houdt en simpel verwoordt.
‘Nu weet ik nog niet wat je doet.’
Ik dacht even na en herhaalde mijn eerste zin. Hoewel dat redelijk aan de domme kant was, want hij had het daarvoor ook niet begrepen.
‘Maar wat verkoop je dan precies? Je verkoopt toch geen leuk gedrag? Hoe verkoop je dat dan? In flesjes, of pakketjes. Of op een andere manier?’
Hij hielp me. Wat heel vriendelijk van hem was.
‘Aha! Nee, niet in flesjes. Meestal bellen mensen me op en dan willen ze een training of een lezing over een ingewikkeld thema waar ze niet uitkomen. En dan kom ik, ik leg het uit. Dan zorg ik dat ze het daarna zelf kunnen. En zij geven me geld. Zo gaat het.’
‘Oh. Je bent dus consultant’.
Ik schudde mijn hoofd. Een meisje dat naast de man aan tafel zat en mij wel kent, schudde ook haar hoofd.
‘Nee. Annette is geen consultant. Een consultant werkt in modellen en in gestandaardiseerde versies. Annette lijkt niet eens op een consultant.’
Nu raakte ik zelf ook in de war. Was ik dan consultant? Of trainer? Of. Wat was ik eigenlijk? Iets dat vijf minuten geleden nog volkomen duidelijk oogde en waar al maanden lang mensen mee akkoord gaan, was opeens onderuit geschoffeld en tot stof gemaald. Hoezo. Waarom is de titel die we onszelf geven belangrijker dan dat wat we doen?
Er leeft een illusionair idee dat je dan pas iemand bent. Als we je interieur verzorger noemen in plaats van schoonmaker. Of interim docent in plaats van invaljuf. Entertainer in plaats van grappenmaker. Consultant, trainer, coach of iemand die werkt aan het bevorderen van geluk.
En ik doe het zelf ook. Eerlijk is eerlijk. Als ik in de Ridderzaal sta en ministers handen schudt, spreek ik op een andere manier over mezelf dan als ik voor een groep 16-jarigen sta. Toen ik de president van Slovenië ontmoette (jawel) en aan de rand van een vloerkleed drie kwartier moest wachten tot de protocollen en de pers verdwenen waren, ontstond er binnenin me zoveel ontlading dat ik daarna, volledig buiten de kaders om, een dealtje met hem probeerde te sluiten waarin hij het landelijke asbest probleem even zou tackelen. De president keek eerst verbaasd op en schoof toen professioneel een petit fours in mijn mond. De organisatie lachte me liefdevol uit. Ik heb het op de Hollandse poldercultuur geschoven en alles was weer goed.
Titels werken. Etiquettes werken. Als een trein. Natuurlijk. En ze zijn zelfs functioneel op sommige momenten. Ze openen deuren en creëren facades die ons even optillen naar een ander plateau. Een plateau van waarde en waardering. De waarde van gezien en serieus genomen worden. Pas als je jezelf ziet, maakt het niet meer uit wat een ander daarvan denkt. Dan valt hiërarchie en status weg. En helaas werkt mijn systeem wel zo, maar onze wereld nog niet zo.
‘Misschien speel ik te vaak een spel met woorden.’ zei ik.
‘Dat denk ik wel’ zei de man.
‘Je zou jezelf serieuzer moeten nemen.’
‘Ik zal er over nadenken’ antwoordde ik en knipoogde naar het meisje naast hem.