Gevonden! €1,8 miljard voor het Primair Onderwijs.

Als we het rekenmodel van het Middelbaar Beroeps Onderwijs toepassen op het Primair Onderwijs, dan is €1,8 miljard euro opeens veel sneller binnen handbereik…

Leraren in het Primair Onderwijs zijn het zat. Hun salaris is een aantal jaar bevroren, hebben een enorme normjaartaak, te grote klassen en een te laag salaris in verhouding met het werk en opleidingsniveau dat ze hebben. Lang hielden ze hun mond, maar dat tij lijkt gekeerd te zijn. 45.000 mensen tekenden een petitie tegen de overvolle klassen en ruim 34.000 leraren hebben zich verzameld via social media om een signaal af te geven dat het klaar is. Er móet iets gebeuren!

Het PO wordt al sinds mensenheugenis betaald door het ministerie van OCW en wat subsidiepotjes hier en daar. Ongeveer €6.500,-  wordt er per leerling besteed en in totaal spreken we hier van  ruim €10.000.000.000,-. Echter, niet iedere leerling in het PO is evenveel ‘waard‘. Er wordt, bij de besteding van de financiën, ook gekeken naar de thuissituatie van de leerling. Wat het opleidings- en werkniveau van de ouders is. Zodoende zijn leerlingen soms meer dan 1,0 punt waard. Het zal je maar gebeuren. De datum waarop deze telling wordt vastgelegd is elk jaar op 1 oktober. 

Het geld dat vanuit OCW richting de scholen gaat komt vervolgens in een zogenaamde ‘lumpsum‘ terecht. Dit is de verzamelnaam voor het bundeltje geld dat overhandigd wordt aan het bovenschoolsbestuur van een scholengroep. Die mogen zelf weten op welke manier ze dat geld besteden, maar worden wel gecontroleerd op het voeren van goed governance. De hoogte van het geld is gebaseerd op personeelskosten en materiaalkosten. Zo kan de scholengroep enigszins flexibel met het geld omgaan. Als het op de ene school heel goed gaat, kunnen ze iets van het geld gebruiken op een school waar het minder gaat. Op deze manier schuiven besturen het geld uit de lumpsum voor hun hele scholengroep (landelijk gemiddelde: 6,9 scholen per stichting. Dit loopt uiteen van 35 scholen in een stichting, tot twee). Hoe transparant dit gebeurt blijft de vraag…

De grootste uitgavenpost is het personeel. Daar gaat ongeveer €8 miljard euro naartoe. Het overige geld wordt besteed aan materialen (o.a. aan te dure contracten bij uitgeverijen, ICT bedrijven en meubelleveranciers). En er is nog wat geld vanuit de zorg dat, sinds de invoering van de onderwijszorgplicht (lees: het Passend Onderwijs) vanuit de samenwerkingsverbanden (75 stuks in totaal) ook bij de scholen terecht komt. Dit wil uiteraard níet zeggen dat elke leraar met  een willekeurige groep 6 ook (financiële) ruimte en tijd heeft om aan alle zorgleerlingen de nodige individuele aandacht te geven, maar ook dat is een ander verhaal…

Kortom: Dat leraren uit het Primair Onderwijs nu opstaan en roepen dat ze èn meer salaris willen èn kleinere klassen, is zeer terecht. Gebeurt dit niet, dan is een hoop gedoe binnen het PO geen enkele verrassing meer op de lange termijn! Zelf ben ik nogal voorstander van het bieden van een oplossing op het moment dat je een klacht neerlegt. Maar waar haal je zomaar €1,8 miljard euro vandaan? Volgens berekeningen is dit namelijk het bedrag dat nodig zou zijn om de salarissen van alle leraren in het primair onderwijs gelijk te maken aan dat van het voortgezet onderwijs.

Ik zie de maatschappij als eigenaar van het onderwijs en leraren als de professionals en experts om hier vorm en visie aan te geven. Wetenschappers richten hier hun theoretische blik op, maar zijn mijn inziens, slechts beschouwers aan de zijlijn van de klas. ‘Ervaring maakt meester‘ luidt niet voor niets het gezegde. De maatschappij wil graag dat onze jonge mensen begeleiding en les krijgen op weg naar het zijn van een zelfstandige en gelukkige volwassene en de school fixt dat. Zo simpel is het in de kern.

Op het moment dat mijn w.c. verstopt is, of de elektriciteit in mijn huis het niet doet, laat ik ook een expert komen en bemoei me verder nergens mee. Ik wil straks weer gewoon van mijn badkamer gebruik kunnen maken – de loodgieter regelt de rest. We spreken precies af wat hij wel en niet doet, zodat ik ook mijn aandeel ken en hem niet aansprakelijk zal stellen voor iets dat we niet afgesproken hebben. Èn hij rapporteert als het klaar is. Dat doet hij niet in drievoud, want dat slaat nergens op. Een werkrelatie begint op basis van vertrouwen, zo niet, dan moet je een ander zoeken en niet zeuren. Mensen zijn uiteraard geen toiletten, dus is een goede communicatie tussen ouders en leraren iets noodzakelijker, maar de regelzuchtige bemoeienis van de overheid is werkelijk een beetje gek. Het enige dat de overheid in deze context hoort te doen is de geldstroom faciliteren en dienstverlener zijn van de school, mocht die iets nodig hebben. Zij zijn geen eigenaar, al denken ze van wel.

Op het MBO gaan ze hier op veel pragmatischere wijze mee om dan in het PO. Vermoedelijk omdat leerlingen daar al ouder zijn, waardoor we denken dat ze minder beïnvloedbaar zijn dan jonge kinderen en omdat ze in praktische beroepen terecht komen waarvoor ze tijdens hun opleiding al stage lopen. De maatschappij en daarmee het bedrijfsleven schuurt veel dichter tegen de school aan dan in het PO. Maar eigenlijk is dat vreemd:

Leerlingen van twaalf jaar die na de basisschool naar het VMBO gaan (ruim 800.000 leerlingen) worden vanaf hun eerste lesdag op het VMBO geconfronteerd met uitvoering en praktijk. Ze gaan de garage in, werken in de kas, leggen tuinpaadjes aan, leren verzorgen, koken en bakken. Zaken die daarvoor op de basisschool ook gebeurden, maar uiteraard in mindere mate. Hier valt veel voor te zeggen, omdat je in het PO voornamelijk werkt aan de kennisvakken en belangrijke basisvaardigheden die de rest van je leven handig zijn. Maar wáárom zou het bedrijfsleven dan nog geen rol mogen spelen in het Primair Onderwijs?

In 2001 stond ik voor een groep 7/8 van een Jenaplanschool in Amsterdam. De schoolmusical kwam er aan en ik wilde uitpakken. Aan de directeur vroeg ik naar de omvang van het budget voor de musical. Dat was niet bekend. ‘Kijk maar wat je nodig hebt‘ zei hij. ‘En vertel het me dan’. Dat liet ik me geen twee keer zeggen, dus kwam ik terug met een begroting van €15.000,-. De directeur lachte me vriendelijk uit – en uiteraard kreeg ik dat geld niet. Maar toen ik voorstelde om datzelfde lijstje spullen dat ik begroot had, via sponsoring te zoeken, raakte ik een gevoelige snaar. ‘Het onderwijs is géén commercieel bedrijf!‘ Verwonderd heb ik me jaren lang afgevraagd of ik het daar mee eens of oneens was, tot ik het onderwijs uitstapte en me er gewoon maar niet meer mee bezig hield.

Maar aangezien ik sinds een paar maanden met een boek over onderwijs bezig ben, word ik weer overspoeld door vraagstukken. Echter, ik vind ze totaal niet meer van deze tijd. In 2001 spraken we überhaupt ook nog niet over ‘sociaal ondernemerschap‘ – een term waar ik me niet zo bij thuis voel, maar die wel als brugverbinding voor het ethische vraagstuk rondom vercommercialisering in het onderwijs kan fungeren. Er zijn in die vijftien jaar volksstammen zzp’ers bij gekomen, de digitalisering is opgerukt en de wereld is duizenden lichtjaren groter dan het tuinpad van mijn vader. Dus, kom op zeg. Daar hoort een vernieuwende manier van met geld omgaan bij.

En bovendien, als het onderwijs een publieke dienst is, maar we geven als staat miljoenen subsidies aan het bedrijfsleven omdat we een ondernemend land zijn, waarom mag datzelfde bedrijfsleven dan onder de noemer van MVO wetgeving niet het primair onderwijs steunen? Natuurlijk is dat ‘eng’ voor Den Haag, want degene met het geld heeft de macht en dat staat op het punt te veranderen.

In april 2013 startte ik de facebook pagina ‘Uitgestelde Koffie Amsterdam’. Het idee is simpel (en komt uit Napels): Je koopt twee koffie, drinkt er eentje zelf op en laat de ander achter voor iemand die het niet kan betalen. Het leek me handig als er raamstickers kwamen, zodat mensen in een oogopslag konden zien welke cafe’s mee deden. De ASN bank sponsorde 250 stickers, maar toen ik de stickers op ging halen bij een lieve drukkerij in Amsterdam Noord, hadden ze er 400 stickers van gemaakt. ‘We hebben de vrijheid genomen om onze bedrijfsnaam op de plakstrip te zetten en er 150 extra gratis voor je bij te drukken. Vind je dat goed?‘ Ik vond het fantastisch! Het punt is duidelijk, hoop ik. Iedereen wint als er een sociale component betrokken is dat de focus krijgt.

Het MBO wordt gefinancierd door het ministerie van OCW (4,4 miljard), maar de groene landbouw MBO’s door het ministerie van EZ (€600.000,-) en gezamenlijk door het bedrijfsleven en huishoudens (€2,2 miljard). (hier zit trouwens de huisvesting bij in, wat bij het PO en VO niet zo is en vanuit de gemeente komt).

Als we ons laten inspireren door dit rekenmodel, brengt ons dat in het PO bij het volgende voorstel:

  • OCW levert nu €10 miljard (dit houden we zo).
  • EZ levert nu niks, maar omdat zij zich met de economische kant van landbouw bezig houden, kunnen ze voor het natuuronderwijs (lees: biologie, tuintjes en excursies aan 1.5 miljoen kinderen) circa €500 miljoen leveren.
  • Het bedrijfsleven levert nu niks, maar kan circa €1 miljard leveren (lees: o.a. voor lessen in ICT vakken – waaronder programmeren en websites bouwen, microbit/makey makey ontdekkingen, lessen in sportvakken en techniek/maakonderwijs.)
  • Op het gebied van lessen wereldoriëntatie kan er geld uit de O&O fondsen komen. Die hebben gezamenlijk zo’n €1 miljard euro op de plank liggen, te verdelen over circa 116 fondsen in 140 sectoren. De verdeling werkt niet meer goed omdat we anno 2017 niet meer zo lang bij een baas blijven hangen als in 1997. Bovendien zijn er ondertussen bijna een miljoen zzp’ers die geen aanspraak op een O&O fonds kunnen maken. Hierdoor verschuift de vraag. Laten we het overschot dan nu doneren aan het Primair Onderwijs. (Dit is uiteraard een eenmalige donatie en zal daarna anders opgelost moeten worden, maar dan gaat het geld in ieder geval naar opleidingen, verstevigen we de fundering en kunnen we ondertussen iets ontwerpen dat bij deze tijd en een leven lang leren past).
  • Noodoplossing 1. En als dit nog niet genoeg is, dan is het sowieso een goed idee om alle lang lopende wurgcontracten met uitgeverijen stop te zetten en je lesmateriaal zelf te fixen (dit behoeft meer uitleg, maar is echt niet zo ingewikkeld). Volgens mij levert dat zo weer een paar miljoen euro op.
  • Noodoplossing 2. Trouwens, als alle leraren hun lidmaatschap bij de vakbond opzeggen en dat aan de school geven, levert dat landelijk €38 miljoen euro op. Ik bedoel maar. Kan je best een leuk kerstpakket van aanschaffen.
  • Noodoplossing 3. Als alle 7000 basisscholen op de derde vrijdag van september (15 september 2017) meedoen met KeepitCleanDay en we daarna geen zwerfafval meer hebben in Nederland, dan levert ons dat jaarlijks €250 miljoen euro op en dat kunnen we rechtstreeks naar het PO sturen (KeepitCleanDay werkt namelijk volledig zonder (overheids)geld). Als je geld wilt genereren, moet je eerst je schoonmaker de deur uit doen en de troep zelf opruimen.
  • Noodoplossing 4. Dijsselbloem had opeens €3 miljard over. Wat ons een overheidsoverschot van €200 miljoen euro oplevert. Dijsselbloem zelf zegt dat hij dit o.a. in het onderwijs zou willen investeren om de economische groei te bevorderen.

Kortom: Er is dus geld, we moeten het alleen op een slimme manier verschuiven zodat het beter past bij deze tijd waarin we leven. Nu gaan we uit van waarheden die gebaseerd zijn op de vorige eeuw.

EN HOE?

Hoe we dit organiseren is een tweede puntje. Meestal haakt iedereen hier af, maar ik vind dit het meest fascinerende moment. Op dit snijvlak blijkt of een idee omgezet kan worden in de praktijk. Of er levensvatbaarheid is en we kunnen gaan bewegen. Pas dan gebeurt er iets! Bovendien heb je niks aan het uitgeven van veel geld, als er geen bewustzijn aan verbonden is. Dus zal je als overheid transparant (en simpel!) moeten maken waar het geld vandaan komt en naar toe gaat.

In het MBO zijn alle vakken los gekoppeld van elkaar. Ook de docenten zijn allemaal ingedeeld per vaksectie. Dit maakt de geldverdeling ook eenvoudiger. Maar, heel complex hoeft de vertaling naar het PO volgens mij niet te zijn want.. naast de loskoppeling van vaksecties, wordt er ook met heldere kerndoelen gewerkt. In de kerndoelen staat aangegeven wat elk kind minimaal moet beheersen als het van de basisschool afkomt. Een school bepaalt het ‘hoe‘ en verbindt hier lessen, projecten en lesuren aan vast. Zo wordt er bijvoorbeeld twee uur per week aan natuuronderwijs besteed en gaat de klas 1x in de twee weken een middag (2 uur) naar de schooltuinen. Dit levert effectief drie uur per week op. Die specifieke lessen kunnen vergoed worden door de aangewezen organisatie (in bovenstaand rekenmodel zou dat het ministerie van EZ zijn). Hier hoeft de groepsleraar niets van te merken – Het geld komt gewoon binnen op de rekening van de school en de school zorgt ervoor dat alle leraren betaald worden in dezelfde schaalverdeling als leraren in het voortgezet onderwijs. Kind kan de was doen. Dus ambtenaren ook.

[Saillant detail: Wist je dat leraren in het basisonderwijs gemiddeld 46,9 uur per week werken en dat ze netto €1000,- per jaar minder verdienen dan de leraren in het voortgezet onderwijs…?]

 

2 Replies to “Gevonden! €1,8 miljard voor het Primair Onderwijs.”

  1. Ik. schreef:

    Dank je! Van zoveel cijfers in een stuk gingen mijn ogen draaien. ;) Ik heb het aangepast! Dank voor je reactie!

  2. Marieke schreef:

    Fantastisch stuk! Heb alleen een vraagje over het ‘saillant detail’ aan het eind: werken fulltimers in het VO echt maar 38 uur per week? Dan heb ik iets goed fout gedaan toen ik daar nog werkte ;)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2024 Annette Dölle . Theme by Viva Themes.

Ontdek meer van Annette Dölle

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder