Experimenteren werkt alleen als de Basis staat. #onderwijs

Wellicht een wonderlijke titel voor iemand die zich het leven door experimenteert. En zoals bij elke quote, verdient ook deze titel een toelichting waardoor er context ontstaat. Hadden we met z’n allen iets vaker naar de context van dingen gekeken, dan was ook Darwin’s ‘Survival of the Fittest’ al veel eerder beter begrepen… [Darwin schreef een geweldig stuk waarin hij uitlegt dat species die zich het best aan de omgeving aanpassen, degene zijn die overleven. En dat waren zéker niet enkel spierbundels]

CONTEXT is wat mij betreft wat we in de eerste helft van de 21ste eeuw het meeste missen. Is niet erg, want het levert ons in ieder geval een hoop goede gesprekken op. Èn een mogelijkheid om het kaf van het koren te scheiden. ‘Mensen die niet vragen, worden overgeslagen’ hanteer ik al een paar jaar. Als iemand niet de moeite neemt om te ontdekken wat er achter gedrag, een uitspraak of statement van een ander ligt, maar wel hardop kritiek levert, laat zien dat er geen bereidheid tot eigen reflectie is. Het gaat dan wel om stelselmatig gedrag natuurlijk; dat lijkt me voor de logisch denkende mens makkelijk te begrijpen. We hebben allemaal onze dag wel eens niet, of week, maand, zelfs jaar. Op zulke momenten is er weinig ruimte voor een ander en daar heb je dan ook alle redenen toe. Of nog beter; houd dan een tijdje je mond. Kan ook uitkomst bieden.

BASIS. Maar de titel dus. ‘Experimenteren werkt alleen als de Basis staat.‘ De gedachte kwam in me op n.a.v. een artikel waarin een specifieke school in Amsterdam niet bleek te functioneren. De school bestaat een paar jaar, ik ben er eens geweest en hoe graag ik ook de kansen wilde omarmen en hoe helder ik ook de goede intenties van betrokkenen zag – er ontbrak iets fundamenteels binnen de school. Dat was al snel duidelijk. En werd vorige week bevestigd in het media.

Ik vroeg me af waar het mis was gegaan en of ik dat generiek kon maken. Zoals ik al zei, aan ‘goede bedoelingen’ lag het niet, aan inzet en betrokkenheid ook niet. Er mistte kennis. En er mistten vaardigheden. Essentiële ingrediënten die je nodig hebt om een groep jonge mensen zich, binnen een context, optimaal te ontwikkelen. ‘Er moet een basis zijn.’ 

Waar die basis in dit geval exact uit bestaat, weet ik niet. En dat doet er voor de uitspraak ook niet toe, want ik wilde het immers generiek maken. Op het moment dat je een loodgietersbedrijf begint, is het handig dat je weet hoe al die leidingen en aansluitingen werken. Als je bakker wordt, is het handig als je weet hoeveel graan en eieren er in een brood gaan. Bij uitvoerende kunsten idem dito: Eerst moet je de tonen van het instrument kunnen bespelen, de basis beheersen.

Maar kun je dan nooit meer iets ontwikkelen door te experimenteren? Natuurlijk wel! HOE je de basis ontwikkelt, kán uiteraard spelend, klooiend en experimenterend. En daar zit tevens de verwarring die bij een aantal mensen ontstond na het lezen van mijn stellige woorden. ‘Basis’ is een zelfstandig naamwoord, terwijl ‘Experimenteren‘ in veel taalkundige variaties voor kan komen.

Tegenwoordig (laat ik er maar weer een hype ingooien) wordt er door allerlei mensen (vaak ondernemers) geroepen dat je moet experimenteren om te innoveren. Dat vernieuwen gepaard gaat met ‘zomaar wat doen‘. Ik sta zelf weleens op een podium en roep dan ook mensen collectief op om de helft van hun plannen weg te gooien. Ik zeg dat papier beperkt en dat je meer mag vertrouwen op je intuïtie. Ik zeg dat geld beperkt en je de helft van de resources kosteloos kunt krijgen. En dat meen ik. Omdat ik weet dat het waar is. En dat weet ik weer, om de simpele reden dat ik het állemaal ervaren heb. En als ik het kon, kan jíj het ook. Supersimpel. Maar je moet dan wèl weten wat je moet doen als die middelen er niet zijn. Anders sta je met een kluitje in het riet.

Er zijn basisvaardigheden nodig om even ‘zomaar wat te kunnen doen’. Als je gaat experimenteren enkel omdat je je wilt laten verrassen door flowsynchroniciteit of meer van dat soort dingen, omdat je denkt dat dat ‘sowieso vernieuwing’ oplevert, dan moet je dat lekker in je eentje in een projectje gaan doen, maar niet als er honderden anderen bij betrokken zijn. Dan kom je gegarandeerd van een kouwe kermis thuis. En je helpt er anderen mee naar de gallemiezen en dát is niet lief.

ZELFKENNIS EN OMGEVINGSKENNIS. Om experimenteren functioneel te laten zijn en vernieuwing voort te kunnen laten duren (zodat je er daarna ook daadwerkelijk iets aan hebt – en weten dat iets níet werkt is ook er-iets-aan-hebben), heb je een startpositie vol zelfkennis en omgevingskennis nodig: Wat is het unieke DNA dat een teamlid meebrengt? Welke materialen, middelen en hulpbronnen zijn er om vanuit te werken? En: welke noodzakelijke factoren missen we en hebben we wèl nodig om succesvol te zijn? Hoe bekwaam is het team en ben je zelf op dít moment? Kortom: Je moet de context in kaart brengen.

Ja maar, dat kun je allemaal niet weten!‘ roept de innovator. ‘We moeten ons laten verrassen door wat er komt’. Het is de grootste bullshit die bestaat. En helaas hoor ik hem te vaak voorbij komen. Als je gaat zitten wachten op alles dat er komen gaat, dan gebeurt er dus niks. Als je vanaf de start van een project je openstelt en tegelijk niets meer gaat doen dat op hard werken en gedegen vakmanschap lijkt, dan gebeurt er dus niks. Het zijn de typische uitspraken van dromers die nooit doeners worden. ‘Putjes’ noemen een aantal van mijn vrienden en mede-ondernemers dat: Je gooit er steeds een kwartje in – kwartje weg. Meer heb je aan de ‘Motortjes’ – daar gooi je kwartjes in en er komen rijksdaalders uit. De truc is om de motortjes te laten overheersen in je leven. De dromers vinden het vaak moeilijk dat hun droombeeld voornamelijk uit hard werken blijkt te bestaan. Is niet erg, en soms veranderen ze van dromers naar doeners daardoor. En soms geven ze op. Allebei is oké uiteraard.

Daarnaast zijn het vaak theoretische idealisten die willen innoveren, maar de praktijk niet kennen. Omdat ze simpelweg de bekwaamheid missen (‘een bos herken je alleen maar als je weet wat een boom is’) en zich nooit lang genoeg ondergedompeld hebben in de praktijk om aan den lijve te ervaren hoe de dynamiek beweegt. Welke momenten cruciaal zijn voor opgeven of doorgaan. Wanneer je alles los moet laten om even met elkaar iets te vieren, wat dat dan ook is. ‘Doen is de overtreffende trap van Denken’.

En daar ligt de uitleg van je basis op een presenteerblaadje. Het is niets anders dan weten wat je startkapitaal is en dat kapitaal voortdurend optimaliseren. 

NU. Aan de achterkant van experimenten zit áltijd een bron van kennis en vaardigheden van waaruit gewerkt wordt; een basis, zoals ik dat samenvatte. Zolang je vanuit die basis bezig blijft in het NU, kun je experimenteren tot de maan en terug! Anticiperen op de toekomst is slechts voor enkelen weggelegd, want je weet nooit wat er komt. Dus hoef je je helemaal niet met die toekomst bezig te houden. Maar wel met vandaag.

EXPERIMENTEREN. Ga aan de slag! Ga mooie dingen maken die mogen mislukken en zorg dat je voorbereid bent op elke uitkomst, welke dat dan ook is. Laat alles los en ga vliegen. Als je content bent met dat het mis mag gaan en als je weet waar je hulpbronnen zich bevinden, ga dan gewoon aan de slag! Communiceer met de omgeving, blijf open staan voor nieuwe kennis, leermomenten en verrassingen op je weg. Zolang je weet waar de basis zich bevindt, kan er niets mis gaan. Go!

 

ps. voor de mensen die meneer Petersen, meneer Freinet, mevrouw Montessori en mevrouw Parkhurst kennen, staat hierboven niets nieuws. ;)

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2023 Annette Dölle . Theme by Viva Themes.
%d bloggers liken dit: