Het zal tijdens een werkcollege culturele sociologie geweest zijn, ergens 2008. Ik had de sociale netwerktheorie van Granovetter ontdekt en had hele kokers aan kwartjes zien vallen. Ik was toen ‘al’ 32, had er ‘al’ vijf opleidingen opzitten en werkte ‘al’ een jaar of tien in het sociaal domein als gedragsdeskundige met de onderste sociaal-economische laag van de samenleving. Tijdens het werkcollege kreeg ik het niet voor elkaar om mijn medestudenten duidelijk te maken dat ze op de universiteit tot een selecte groep mensen behoren die er een behoorlijk blasé attitude op na hielden ten opzichte van de rest van het ‘volk’. En dat het noodzakelijk is om diversiteit in je kenniskring te ontwikkelen, als je de wereld als socioloog wil beschouwen. Beetje jammer, vond ik die houding. En Godzijdank was een hele bups (netwerk) sociologen het met me eens.
Maar eerlijk is eerlijk, uitgelegd kreeg ik het niet. Dit zette me aan het denken…
De reden dat ik naar de universiteit was gegaan was eerder uit recalcitrant gedrag ontstaan, dan uit ambitie. Ik hoefde niet zo nodig wetenschap. Maar omdat ik geen universitair diploma had mocht ik niet in het ’talentenklasje’ van de zorginstelling waar ik werkte. En dat stoorde me uitermate. Mijn baas stelde voor de uitslag van mijn IQ test op te sturen naar het bestuur, maar dat bleken wij grappiger te vinden dan zij. ‘Prima, dan ga ik toch studeren?’ dacht ik. Zo gezegd, zo gedaan. Achteraf was het één van mijn betere keuzes.
Wat ik leerde op de universiteit
Flauw gezegd kan ik er natuurlijk alles van maken. Zo werkt taal. Maar eerlijker is het om ècht te kijken. Ja, ik leerde voornamelijk dode wetenschappers citeren. En ik leerde dat ik dat onzin vond. Ik leerde ook dat er mensen zijn die onze wereld besturen, maar geen idee hebben hoe er geleefd wordt in de goot van de samenleving. Ik leerde dat de universiteit vooral een taalverschil gebruikt om intelligentie te pretenderen. En dat ik exacte wetenschappen waardevoller vind voor de toekomst dan sociale. En ik leerde dat ik niks begrijp van exacte wetenschappen, maar wel van mensen. Ik leerde dat slim iets anders dan wijs is. Dat wist ik al, maar het bevestigd zien in een zaal waar het gemiddelde IQ 130 is, is een fijne bijkomstigheid.
Maar ik leerde vooral dat gedragswetenschappers abstract maken wat de samenleving ondertussen aan het be-leven is. Snapt u wat ik bedoel? Gedragswetenschappers bestuderen recent gedrag. Want, toekomstig gedrag kun je nog niet bestuderen. Laat staan voorspellen. Je kunt wel tendensen herkennen. Eén van mijn favoriete woorden. Een tendens is als het ware een golfbeweging van waaruit de toekomst ontstaat. Alsof je een golf het strand op ziet krullen en al een beetje-weet waar hij stopt, doordat de voorgaande golven daar ophielden en het zand droogt kleurt. Tendensen laten zien wat je een beetje-weten kunt. Maar nooit helemaal.
Eigenlijk vertellen tendensen je hetzelfde als de boeddhisten; dat alles altijd verandert, maar je nooit precies weet hoe. Dus dat je maar gewoon moet meestromen en vertrouwen dat je ergens heenstroomt waar het goed is. En als het je niet bevalt, grijp je in, gebruik je de vrije wil en handel je. Zo complex is dat niet. Maar, als wetenschappers recent gedrag als statische waarheid verkondigen, denkt de samenleving er blijkbaar een structuur is waar je je op moet aanpassen. Je reinste bullshit, als je het mij vraagt. En helemaal niet helpend.
De universiteit leerde mij meer dan ze dacht.
Waarom een diploma dus deels een misvatting is
Ik ben – wellicht voorspelbaar – na mijn pre-master Sociologie gestopt op de uni. Om de simpele reden dat ik alles geleerd had wat ik weten wilde. Het ’talentenklasje’ van de zorginstelling liet ik ook voor wat het was. Ik wist nu immers wat universitair niveau betekende en dat had zijn waarde verloren. Dat klasje hoefde niet meer. En… De cliënten waarmee ik werkte, jonge ex-gedetineerde mannen met IQ’s tussen de 70-85, leerden me alles dat ik verder weten moest over sociale netwerktheorie, gangs, groepsdynamiek en machtsverhoudingen. Daar kon geen dode wetenschapper tegenop! ;)
Een diploma vertelt ons enkel welke opleiding je volgens de maatstaven succesvol afgerond hebt. Welke toetsmomenten je voldoende scoorde. Het is een garantie tot de deur, waarbij we vaak niet eens weten wat je binnen die deur leerde. Maar het zegt niks over de mensen die je er ontmoette, het netwerk dat je op deed, de sociale lessen die je leerde en de rest van je leven in kan zetten als ‘sociaal kapitaal‘. Het kapitaal dat vanuit vertrouwen en goodwill je relaties versterkt en je op je eigen manier circulair in kunt zetten. Míts je dat voor het hogere goed gebruikt. Uiteraard werkt het ook als je er slaatjes uit wilt slaan, maar da’s vanuit mijn waarden niet echt het goede. Streef altijd naar een win-win-win (ik – het team – de samenleving) waarbij je zelf winst maakt, maar ook de mensen waar je mee samenwerkt en de wereld in haar geheel.
Hoe een levenlang-leren helpt om je sociaal kapitaal te vergroten
We vertellen onze kinderen sinds mensenheugenis dat ze ‘straks af‘ zijn. Als ze het diploma hebben. Ná school. Dat ze dan klaar zijn om mee te mogen spelen in een construct dat we ‘samenleving’ noemen. Voor het echie. Dan telt alles dat ze geleerd hebben. Dan mogen ze stemmen. En gaat de wereld naar ze luisteren. Volledig onjuist natuurlijk.
Maar, de laatste tijd ben ik zelf vooral gefascineerd over wat er daarna gebeurt… Ergens in hun brein hebben volwassenen geïnternaliseerd dat ze blijkbaar ‘AF’ zijn na school. Volgens afspraak. Ze gaan aan het werk. Starten een gezin, vinden een baan, bouwen een toekomst. So far, so good. Maar dan?
Dan verandert de wereld plotsklaps door allerlei technologische ontwikkelingen, economische veranderingen, sociale complexe materie en een parallelle digitale wereld waardoor iedereen opeens met iedereen kan communiceren, altijd en overal. Sta je dan met je idee dat je ‘AF’ was.
Ik breng dit wellicht lichtzinnig, maar het is net zo schrijnend als dat het lichtzinnig is. Want mensen kunnen hier niks aan doen. Ze zijn biased, omdat we hier allemaal biased in zijn. We weten niet beter en zien de versnellingen van buitenaf over ons heen gespoeld.
Om het systeem te flippen, en je open te stellen altijd te blijven leren, moet je eerst je mindset flippen. Het vernauwt sociale kansen als je niet nieuwsgierig blijft naar de wereld om je heen. Naar de velden die je nog niet kent, of doelgroepen die je niet begrijpt. Het vernauwt je blik op de wereld als je geen vragen blijft stellen over dingen die je niet begrijpt en in de veronderstelling verkeert dat je ‘AF’ bent. En alles aan de ander ligt. Geen enkele toekomst is zeker. Maar blijven leren loopt parallel op met het opbouwen van je sociale kapitaal. Altijd. Als je daarom blijft leren, bouw je kapitaal op dat je veel verder brengt dan alleen een papiertje van een vroegere opleiding in een oud tijdperk. Granovetter zei het in de jaren zeventig al. ;)

ps. Granovetter leeft nog en geeft les op Stanford University.