Op de BETT 2018 (The British Educational Training & Tech Show) in London stond Bob Geldof geprogrammeerd. En hoe fascinerend ik educatieve tech ook vind, Bob ging natuurlijk voor. Of eigenlijk zijn muziek. Helemaal als je de schrijver bent van I Don’t Like Monday’s op een educatie congres met duizenden leraren. Dan heb je wat mij betreft al gewonnen. (Naast het feit dat ik als 9-jarige zwaar onder de indruk was van het idee dat je met muziek de wereld kon redden en Bob daar een cruciale rol in speelde).
Maar Bob zat er niet om muziek te maken. Bob was te gast bij dé grote promoter van de AVG lancering in Engeland (internationaal de GDPR). De privacy voorwaarden moesten exact vier maanden later ingaan, en op de BETT hadden ze Bob gevraagd in het panel plaats te nemen dat alle mythes moest debunken. Arme Bob, arme wij. Geen muziek.
Bob vertelde dat hij tot 5 minuten voor de show niet wist wat de GDPR was, waardoor ik afhaakte. Al denk ik bij elke overheidsactie ‘ach, dat zal zo’n vaart niet lopen’ en snap ik Bob maar al te goed – als je 1000 mensen tegenover je hebt (waarvan de helft voor de GDPR komt) moet je wel je huiswerk doen. Zelfs als je Bob bent. Ik heb gezwaaid en ben toen Aziatische tech gaan bekijken. Maar sindsdien horen Bob en de AVG in mijn brein bij elkaar. Erfenisje van die ochtend.
Wat is er mis met de AVG?
De betere vraag is wat er niet mis mee is. Er is zó veel dat slimmer had gekund. Maar het ergste is dat het onze verantwoordelijkheid en gedeeld eigenaarschap over digitale omgangsvormen wegneemt. Alsof er de hele dag iemand achter je aanrent met een printje van de Grondwet in zijn hand om je te vertellen wat je moet en mag. Het weerhoudt ons om zelf na te denken, want wat we ook bedenken: ‘Het mag toch niet van de AVG‘. De AVG is een op angst en tekorten gebaseerde lijst geworden.
Uiteraard begrijp ik dat de intentie goed is, met de bedoeling om mensen te beschermen. Die intentie is fantastisch! Maar heeft enkel zin als het vooraf gebeurt in plaats van achteraf – Je kunt geen voorschotje nemen op eventuele ellende. Dan waren verschrikkelijke incidenten niet gebeurd, en was criminaliteit opgelost. Het zou mooi zijn als het kon: Dat er vooraf een digitale blokkade verschijnt als je de naaktfoto van je 15-jarige ex-vriendinnetje 34 whatsapp-groepen door wilt sturen. Of dat je vooraf een zwart scherm krijgt als je de laatste roddels van je collega in de DM van een social deelt. Of, dat je gewoon drie dagen je smartphone niet ontgrendelen kunt, zodra je haatberichten verstuurt.
De intentie van AVG is top. De werking iets minder. We gooien nu het kind met het badwater weg. Het punt met dit soort beschermingsmechanismen is namelijk dat alleen de ‘goeien’ het opvolgen. Mensen die in staat zijn om te anticiperen op de ellende die het creëren kan. Dit leidt naar verstikking, want vertrouwen en de spontaniteit van het goede is er verdwenen. Tienduizenden scholen vragen nu 86.000x om toestemming om leuke foto’s van kinderen in de klas te delen. Er gaan nieuwsbrieven in PDF’s uit de jaren negentig door de overheidsmailbox, omdat de overheid Mailchimp niet accepteert. En werken mensen bij de overheid dagelijks stukken trager, met verhoogd risico op communicatieve frictie omdat ze de juiste digitale tools niet kunnen gebruiken.
“De AVG gaat zover dat zelfs een presentielijst met krabbel niet op een server mag staan, zonder toestemming. Wie het daarna bekijkt moet ook zichtbaar zijn” vertelt een medewerker in het veiligheidsdomein me. Zelf kom ik het consequent tegen als ik voor een overheidsproject een digitale omgeving maak die niet door de veiligheidsbarrière komt. Maar ook de whatsapp groepen zijn een probleem: “Je kunt soms je werk minder snel doen als je niet in de juiste whatsapp groepen zit, want dan mis je informatie“, zegt iemand. Whatsapp groepen die op kunnen lopen tot 250 mensen, en dat dus ook doen. Allemaal te wobben overigens voor wie net een verkeerde dag heeft en kwaad wil doen…
Het is geen digitaal vraagstuk maar een gedragscultureel vraagstuk
Bewust kies ik hier voor het woord ‘gedragscultuur’. Ik ben van de school waar ik cultuur nogal vaag en afleidend vind. Cultuur bestaat uit symbolen, rituelen en posities – zaken die we állemaal zelf creëren, en dus ook bewegen kunnen. Cultuur zit tussen de tegels, en is daardoor altijd te gebruiken als een excuus: ‘Zo is nou eenmaal de cultuur hier‘. Echter, gedrag creëert cultuur en is daarmee de ‘hoe’ naar de verandering (op de lange termijn). Gedrag is de concretisering van wat we waarnemen en hoe we handelen – je kunt het benoemen, aanwijzen, duiden. Van daaruit ga je bouwen, wijzigen, herschikken. Heel overzichtelijk. Vandaar gedragscultuur.
Die gedragscultuur regelt hoe we met elkaar omgaan: online en offline. Dat doen de digitale middelen níet voor ons. Wij zitten aan de knoppen. Wij kiezen wat we typen en posten.
Ik kan me voorstellen dat dit makkelijker gezegd dan gedaan is. En ik heb allerminst de pretentie om de oplossing even over de drempel te duwen. Maar vind wel dat er bewustzijn moet ontstaan, en dat er gesprek moet komen aan de koffietafels van de overheidsorganisaties. Bij de politie, de brandweer, de GHOR, de gemeente. Het kan niet zo zijn dat de overheid wel sanctioneert, maar geen bewustzijn ontwikkelt. Ook bij zichzelf. Sancties slaan nergens op als je niet met elkaar in gesprek bent – Dat is het evenbeeld van stilstaand water. Er gebeurt niks daardoor.
Al een tijdje (ik vermoed sinds dat podium met Bob in London) vraag ik me af waarom niemand snapt dat wíj de realiteit creëren en dat de AVG ons hierin enkel weerhoudt om verantwoording en gedeeld eigenaarschap te pakken – leiderschap zo je wilt. Elke formaliteit op papier oogt voor altijd, tot iemand in ziet dat het slecht een schriftelijk voorschotje op de toekomst was en prima te veranderen.
Macht om de AVG te veranderen of verwijderen heb ik niet (houdt mijn cirkel van invloed toch nog ergens op ;-)). Maar versimpelen kan wel: Het overzicht verhelderen en de kluwen wol uit elkaar halen. Dus belde ik wat rondjes naar bekenden bij brandweer en politie en vroeg hun naar bevindingen. Ik nam daarin mijn eigen gedachten rond de deconstructie mee, en kwam tot een aantal verschillende handelingen die voortdurend door elkaar bewegen.
4 digitale categorieën kwamen aan de orde:
1. In contact met de burger (de enige lijn naar ‘buiten’)
2. Contact onderling – binnen de organisatie
3. Samenwerken in het algemeen – binnen de organisatie
4. Samenwerken mèt gevoelige informatie – binnen de organisatie
Dit zijn geen verrassende lijstjes. Maar waar de crux ligt, komt wat mij betreft daarna: Het is diffuus welke tools op welk moment geschikt zijn, op welke plek, en hoe je ze optimaal inzet. Er is weinig bewustzijn over het onderscheid in tools. En medewerkers stoppen al snel met verder onderzoek als ze horen dat ze een tool niet gebruiken mogen. Het oude gedrag blijft zo onnodig lang in stand.
In mijn belrondje hebben we voor de benoemde tools die benoemd werden drie kleine categorieën gemaakt met ‘contact’, ‘samenwerking’ en ‘verzamel/archivering’ (Er zijn uiteraard veel meer categorieën te bedenken, met veel (open source) tools!). De kaart is vooral bedoeld om het bewustzijn rond de mogelijkheden te verhelderen. Hij is op veel plekken nog leeg, en niet gevuld.
Wat exact de bedoeling is. Want AVG of niet, er is nog genoeg te kiezen, zolang je zelf maar aan het stuur zit.
