De beste governance is attitude

Er was een tijd dat ik niet wist wat ‘governance’ was. En er was ook een tijd dat ik het woord zó vaak tegen kwam dat ik van gekkigheid niet begreep waarom ze niet gewoon ‘bestuurbaar’ zeiden. Want dat is wat het betekent: Bestuurbaarheid. Maar dan wel met een bewuste trend. Richtinggevend, koersend en controlerend op de processen. Dit laatste was ook exact waar mijn verwarring zat – Want wie zegt dat richting geven vanuit een controle moet. Of, dat er een intentionele controle achter ligt. Of, erger nog, dat de controle eigenlijk een machtsmiddel blijkt te zijn.

Moet goede governance dan niet beginnen bij iets anders dan structuuropbouw en langetermijnstrategie? Maar bij je attitude bijvoorbeeld..

En klaar was het blog. ;)

‘Dit hebben we nooit geleerd’

Tijdens een begeleidingstraject kwam de sturingsstijl van één van de leidinggevenden aan bod. We wikten en wogen, tot ik merkte dat de groep in cirkelredeneringen terecht kwam. Dit is vaak een signaal dat er verschillende definities spelen, waardoor je onbedoeld om de kern heen draait. Het punt zat in ‘leiding geven’. Niemand had in de gaten dat er verschillende stijlen bestaan, en je daar (althans, zoals ik het zie) als leidinggevende een bewuste en heldere keuze in te maken hebt.

Dit hebben we nooit geleerd’ legde iemand uit. Uiteraard zijn er opleidingen en cursussen, maar de waan van de dag maakt dat je op een dag leidinggevend over een team bent, ‘en dan moet je dat maar gaan doen’. Hij had een punt. Natuurlijk had ik kunnen ingaan op zelfredzaamheid en verantwoordelijkheid. Maar die kwestie lag nu niet op tafel – dít uit te spreken was namelijk al verantwoordelijk genoeg.

In essentie is de governance-vraag van filosofische aard

Volgens de sociologie (maar je ziet het ook in het onderwijs, de psychologie en het hele gedragswetenschappelijke veld) zijn er grofweg twee stromingen te onderscheiden: Het structuralisme en het constructivisme/constructionisme. Op zijn feynmaniaans uitgelegd zegt de eerste dat alles in de wereld uit structuren bestaat en dat wij, als mens, ons voegen. Onze vrije keuze is daarin beperkt, want de ‘blokkendoos’ is er al. Het constructivisme daarentegen stelt dat wij, als mens, waarde toevoegen aan het geheel en daardoor het geheel scheppen. Wij creëren de structuur en daardoor is die beweeglijk en veranderlijk.

Je herkent deze tweescheiding in vrijwel alles binnen het publiek domein terug: In het onderwijs over toetsing, lesmateriaal, didactische processen en leerontwikkeling. In het veiligheidsdomein bijv. door de schuring tussen sanctioneren en beschermen, en tussen wetgeving en contextueel beschouwen. Bij de overheid zie het terug in discussies over het gelijkwaardigheidsprincipe, procedures en uitzonderingen en opschaling van systemen. De digitale wereld maakt het ons daar bovendien niet eenvoudiger op.

Vanuit deze twee grove stromingen zijn talloze (oneindig inmiddels) substromingen te maken! Als je het mij vraagt leven we nu bij uitstek in een tijd waarin dit de werkelijke T-splitsing is.

Een simpele opbouw van onderwijsvisies laat ons heel duidelijk zien hoe dat verloop ging: We zijn van het behaviorisme naar het cognitivisme gegaan (waar je trouwens nu een opleving van ziet in de vorm van de hype op neurowetenschap), van waaruit we in de jaren zeventig bij het constructivisme belandden en van toen een arsenaal aan visies ontwikkelden. Die stiekem allemaal te herleiden zijn naar de grote twee die ik eerder benoemde. Het connectivisme wordt daarin als leertheorie wel het meest expliciet aangehaald, omdat het als enige de digitale wereld er in mee neemt.

Terug naar de kern: Bestuursprocessen (lees: governance) moet je daarom eerst visionair en filosofisch beschouwen, om vervolgens te kunnen duiden waar je zelf als leidinggevende staat. Geloof je dat de organisatie het meest heeft aan een vaste structuur waarin de medewerkers meebewegen, volgen en uitvoerend zijn. Of geloof je in een construct dat zich contextueel ontwikkelt en waar medewerkers vormend zijn aan de bestuurlijke kant?

De beste governance is attitude

Beide antwoorden zijn uiteraard prima! Wat je kiest is om het even, zolang je er zelf volwaardig achter staat. Alles begint bij je attitude. Want er zijn fantastische sturingsstijlen die hun bron vinden in het structuralisme, en evenzo in het constructivisme. Het is niet aan ons om te claimen dat we de waarheid in pacht hebben. Elke tijd heeft zijn eigen waarde, en deze van ons leert ons vooral dat we voorbij het verschil mogen gaan leren kijken.

Dus ik heb iets te kiezen?’ zei de man die eerder in de sessie zijn onwetendheid had geuit. Ik knikte. ‘Wat mij betreft wel. Of jullie organisatie moet het ‘hoe’ in een malletje hebben gegoten dat wij nu niet kennen‘. De bestuurder schudde haar hoofd. Er was geen malletje. Ze was allang blij dat er bewustzijn ontstond over het proces.

Veel organisaties laten op dit moment het ‘hoe dan’ vrij aan de leidinggevende. En dit ‘hoe dan‘ leidt uiteindelijk naar een governance-stijl. Die je kunt optillen, maar die altijd in verbinding met de vloer zal moeten zijn. Natuurlijk is er beleid, maar dat is veelal geënt op waarden. Waardoor je zelf de mate en ruimte van een structuur kunt creëren. Goed governance ligt bovenal in het menselijke aspect, dat begint bij jezelf. Waar sta je voor als leidinggevende? Wie zijn de mensen in het team? Welke communicatiestijl en welke verbinding past bij hen? Hoe specifiek durf je te kijken? Waar wil je loslaten, wat is je koers? Wees daar eerlijk over – Want alles staat of valt met attitude.

© 2024 Annette Dölle . Theme by Viva Themes.

Ontdek meer van Annette Dölle

Abonneer je nu om meer te lezen en toegang te krijgen tot het volledige archief.

Lees verder