Klaagcultuur & Liefde

‘Je klaagt veel de laatste tijd’, zei iemand tegen me. En als iemand ‘Je klaagt veel’ tegen je zegt. Nou.  Dan mag je je even achter je oren gaan krabben. Klagen is prima. Niks mis mee, en kan van een buitengewoon functionele toegevoegde waarde zijn in situaties waar je door de bomen het bos niet meer ziet. Dan is klagen zelfs de enige uitweg. Vind ik.

Maar als je zomaar lukraak wat in de rondte klaagt, zoals ik deed. Nou. Dan zijn de rapen gaar. Dus ik zocht een goede spiegel ergens in mijn binnenkamer, en besloot de boel eens even grondig te observeren. Observeren mondt bij mij vaak uit in handelen – Het is namelijk behoorlijk zinloos, vind ik, om te blijven wachten als je al weet waar de crux ligt. En voor ik het wist belande ik midden in een inwendige schoonmaak. Hulde aan de voordelen van het hebben van een cv met overwegend hulpverlenende beroepen er op.  En als je ze wijs in zet, kun je er de rest van je leven nog behoorlijk gelukkig mee worden. Wat dan weer helpt tegen klagen.

Terug naar de observatie. Klaagde ik echt zoveel? 

Ja. Ik klaagde alsof het een lieve lust was. Niet als ik alleen was. In mijn huis. Dan was ik gewoon saai en kalm. Maar zodra iemand aan me vroeg ‘hoe het me gaat?’, dan begon de ellende. Dan was ik nog erger dan wij met z’n allen op het moment dat Nederland de bekerfinale van het WK voetbal verloren heeft. Zo erg was ik.

Ik klaagde over het weer. Uiteraard. Over mijn balkon. Over de lucht in Amsterdam. Over de prijs van de cherry tomaten bij de nieuwe biologische winkel in de straat. Ik klaagde over mijn conditie. Over mijn fiets die te zwaar trapt. Ik klaagde over de buurvrouw met haar drie voetballende kinderen in huis. Ik klaagde over de sigarettenpeuken van het buurmeisje op de trap van ons portiek. Ik klaagde over mezelf. En ik klaagde over jullie. Je denkt dat het niet kan. Over zoveel dingen klagen. Maar echt. Het ging heel goed. Eenvoudig zelfs. Met gemak.

En toen dacht ik. Klaar. We stoppen ermee. Zet dit zoden aan de dijk? Nee. Natuurlijk niet. Dus van het ene op het andere moment kwam er niets meer uit mijn mond.

Eerst ging ik natuurlijk heel hard huilen. Want dat hoort erbij. Hard huilen. Lucht op. En is makkelijk. De één moet even hardlopen. De ander fitnessen. Weer een derde gaat voor zich uit staren, of een boek lezen. Sommigen willen erover praten. Maar ik ga even huilen. En dan is het klaar. Dan zijn alle kwartjes gevallen, en kan ik met het antwoord aan de slag.

En het antwoord is dit: Ik wil mooi! 

Ik wil kijken vanuit gezelligheid en positiviteit. Vanuit mogelijkheden en kansen. Vanuit liefde en humor. Vanuit plezier en optimisme. Want lachen maakt endorfine aan, en daardoor  hoef je geen chocola meer te eten. En dat is handig, want dan wordt je gezonder, en dus automatisch ook blijer. En is het cirkeltje rond. Dus. Dat is wat ik wil. Dit wisten we natuurlijk al. Niets nieuws onder de zon. Maar soms is er even – zomaar opeens, wat stof overheen gewaait, en vergeet je het.

Nu kan ik jullie vermoeien met allerlei psycho sociale factoren die maakten dat ik in die bewuste klaag-modus terecht gekomen was. Maar geloof me, die doen niet ter zake. Wat wel ter zake doet was het antwoord naar herstel. En dat antwoord lag gewoon op een plankje in mijn huis te wachten…

‘Liefde! Neem zoveel Je nodig hebt!’ : http://annettedolle.nl/love-take-all-you-need/

Hoe simpel kan het zijn? Dat ligt daar dan gewoon te verstoffen in je kast. En braaf te wachten tot het weer lente wordt. Tot de regen niet meer valt. In plaats van naar buiten te wandelen, heb ik eerst de binnenkant van mijn huis maar eens flink behangen. Morgen naar buiten, dan mag Amsterdam west als eerste weer genieten! Wie doet er mee? 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

© 2023 Annette Dölle . Theme by Viva Themes.
%d bloggers liken dit: