Een paar weken geleden kwam er een opdracht binnen die ik best even spannend vond. Het was iets waar ik de vaardigheden voor heb, dat in het verlengde ligt van alles dat ik al gedaan heb en me prima past. En toch was er dat stemmetje dat fluisterde ‘Je moet het nog wel even doen, hè’…
Dat stemmetje was geen beperkte overtuiging, maar sprak de glasheldere waarheid: Ik werk immers altijd in het moment vanuit de kracht van de mensen – vanuit het collectief met wie ik op dat moment een unieke situatie creëer. Soms is dat een team van zes mensen, en soms een groep van 200 mensen. Maar we doen het altijd samen. Zelfs wanneer de groep er geen weet van heeft. Dit betekent dat ik nooit van tevoren kan vertellen hoe iets verlopen gaat.
Opdrachtgevers vinden dit vaak – terecht – spannend, dus probeer je daar voorstructurerend wat ontspanning in aan te brengen. Ik doe dat vooral door ze mee te nemen in het gedachtegoed en flink veel onderbouwing en langetermijnwinst neer te leggen. Verder is het ook voor hen een leap of faith die gelukkig 90% van alle keren goed uitpakt. Maar goed, ik had dat stemmetje dus…
En met dat stemmetje besefte ik me plotseling dat ik iets nieuws aan het leren was. Dat was me even ontgaan! Altijd als je je op een punt bevindt waarbij je cognitief héél goed weet wat je moet doen om het te laten slagen maar er toch iets van spanning is, moet je je afvragen of je je op nieuw terrein bevindt. Dat kan in een handeling zitten, een attitude, een stijl of – in dit geval – een klus waar al die dingen samenvallen.
Het is zaak dit denkproces even alleen te doen, want groei is áltijd een individuele aangelegenheid. Sommige mensen in je omgeving hebben er niks aan als jij groeit of ze zien pas later dat er iets veranderd is, als je zelf alweer drie hoofdstukken verder bent. Delen kan gelukkig altijd wel, maar zorg dan dat je autonoom blijft. Voor je het weet heb je ‘stemmetjes’ van anderen in je hoofd die hélemaal niet ter zake doen. Die níet van jouw zijn en niet helpend in de groei.
Een hoofdstuk uit een boekje
In precies datzelfde kader besloot ik vorige week een boekje – waar ik al een tijdje aan werk – de volle ruimte te gunnen, en er nu eerst één hoofdstuk uit te lichten. Slechts één hoofdstuk. Opgemaakt alsof het een brochure is. Het was de bedoeling het hele boekje direct te drukken, maar tijd is relatief en ondergeschikt aan het proces als het je kwaliteit raakt.
Het is het hoofdstuk ‘The Art of Designs’ waarin ik verschillende werkwijzen deel om netwerken, communities en collectieven een sterke bedding mee te geven. Komende maand geef ik vooral sessies en trainingen waar dit thema een rol speelt – dus er mochten vandaag 400x stuks naar de drukker.
Net als de methoden in dit mini-boekje heb ik het lineaire denken zelf al een tijdje losgelaten, maar bevind ik me steeds vaker in werk dat niet alleen letterlijk van me vraagt uit te leggen hóe dat gaat, maar ook om het te doen als niet iedereen in de organisatie daar nog open voor staat. Dit is spannend. Echt. Het zou naïef en voor niemand helpend zijn als ik daar blasé over deed.
Maar, het is niet onmogelijk! Vooral niet als de mensen die het ook begrijpen, vanuit autonoom handelen hun eigen route hierin pakken. Ik geloof enorm in die vrijheid en in de asynchroniteit binnen onze collectieve ontwikkeling. Zolang we het oppakken vanuit individuele wensen en niemand iets opdringen: Dan geef je vertrouwen aan jezelf en de ander.
Hoe… Werk je met ingrediënten die collectieve energie in beweging zetten?
- Loslaten als essentieel deel binnen het hoe-dan
- Navigeer en Monitor enkel op waarde-gedreven gedrag
- Integriteit is het goede doen als niemand kijkt
- Ideeën oogsten vs gedragsculturele verandering helder hebben
- Van een of-of denkstijl naar een en-en denkstijl
- Waardevrij observeren en je vrije wil behouden
Dus bij deze een hoofdstukje en drie uitgeschreven werkvormen uit ‘Bij het Einde Beginnen’. Veel plezier!